Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het zal geschieden, als zij tot u zeggen zullen: Waarom zucht gij, dat gij zeggen zult: Om het [14]gerucht, want het komt! en alle hart [15]zal versmelten, en alle handen [16]zullen verslappen, en alle [17]geest zal [18]inkrimpen, en alle knieen [als] water [19]henenvlieten; ziet, het [20]komt, en het zal geschieden, spreekt de Heere HEERE. 14. Dat is, de zekere tijding van de komst der Chaldeen, om u te verderven. 15. Te weten door vrees. Zie Deut.1:28 en Joz.2:11. 16. Door verbaasdheid en ontsteltenis; zie 2 Sam.4:1. 17. Dat is, moed; zie Spreuk.15:13. 18. Dat is, door het gevoel zijner ellenden benauwd, geperst en geprand zijn. Het tegendeel is als het hart zich wijd uitbreidt; Ps.119:32. 19. Hebreeuws, heengaan; dat is, hunne kracht verliezen. Zie boven hfdst.7 vs.17. 20. Te weten het gerucht, recht tevoren vermeld.